Elizabeth Stelow en haar collega’s hebben door middel van een internetenquête getest of er een verband bestaat tussen de vachtkleur van een kat en agressie. Ze waren voornamelijk geïnteresseerd in de vraag of poezen met sekse-gebonden oranje in hun vacht agressiever zijn dan poezen en katers met andere vachtkleuren.

vachtkleur-agressieSekse-gebonden vachtkleur

Een sekse-gebonden vachtkleur houdt in dat deze vachtkleur verbonden is met genen op het X-chromosoom. Oranje en zwart zitten bijvoorbeeld op dezelfde plek op het X-chromosoom. Een combinatie van zwart en oranje kan daarom alleen voorkomen bij een dier met twee X-chromosomen, waarbij op de ene plek op het lichaam het oranje gen op het ene X-chromosoom ‘aan’ staat, en op een andere plek op het lichaam het zwarte gen op het andere X-chromosoom (het zogenaamde mozaïekpatroon). Schildpad, lapjes en torbie (lapjeskleuren in een cyperse vacht) vachtpatronen (zoals te zien op de foto’s) komen hierdoor voornamelijk voor bij poezen (die twee X-chromosomen hebben) en kunnen alleen voorkomen bij katers met een dubbel X-chromosoom (XXY-katten). Gewone katers (die één X- en Y-chromosoom hebben) kunnen wel een effen zwarte of oranje vachtkleur hebben.

Vachtkleur en gedrag

Er zijn veel theorieën over een verband tussen vachtkleur en gedrag. Zo zouden lapjespoezen gek zijn, schildpadpoezen koppig, onafhankelijk en onvoorspelbaar (‘tortitude’), volledig oranje katten vriendelijk (Delgado et al., 2012) en zwarte katten wild en onvoorspelbaar. Helaas is er weinig onderzoek gedaan naar de waarheid achter deze verhalen, maar zorgen deze en andere vooroordelen zich in het geval van zwarte katten wel in lagere adoptiekansen (Lepper et al 2002; Kogan et al 2013).

Een belangrijke aanwijzing dat vachtkleur en gedrag met elkaar te maken hebben is het experiment van de Rus Dmitry Belyaev (1979). Hij heeft uit een groep zilvervossen steeds de meest tamme individuen geselecteerd om mee verder te fokken. Binnen twaalf generaties had hij een groep zilvervossen die zich niet alleen als een hond/pup gingen gedragen (minder angstig, meer spelen), maar ook een andere vachtkleur, staart en vorm van de oren kregen.

Het onderzoek

De onderzoekers hebben door middel van een internetenquête gegevens gekregen van 1274 katten. Hierbij werd niet verteld dat het onderzoek ging over de relatie tussen vachtkleur en agressie en zaten er meer algemene vragen in de enquête zodat de respondenten dit ook niet door kregen. Eigenaren mochten de enquête voor maximaal één kat invullen, deze kat moest ouder zijn dan één jaar en mocht geen buitenkat (kat die alleen buiten leeft, een binnen-buiten kat mocht wel deelnemen) zijn. Er werd onderscheid gemaakt tussen de vachtkleuren zwart, zwart-wit, lapjes , colorpoint (donkere oren, neus, staart en voeten), grijs, grijs-wit, zwart/bruin/grijs tabby, rood/crème/buff tabby, schildpad, wit, torbie en ‘anders’.

De onderzoekers waren geïnteresseerd in drie vragen: hoe vaak vertoont de kat agressie tijdens dagelijkse interactie met de eigenaar (1), hoe waarschijnlijk is het dat de kat agressie vertoont tijdens het hanteren (borstelen, aaien, straffen) (2), hoe waarschijnlijk is het dat de kat agressie vertoont bij een bezoek aan de dierenarts (3). In de tabel kun je voor iedere categorie zien wat de gedragingen waren waarvoor antwoord gegeven moest worden (blazen, stalken/najagen, bijten, slaan/krabben), op welke schaal antwoorden gegeven konden worden en wat de mogelijke totaalscores voor agressie voor iedere categorie waren.

Tabel artikel agressieDe resultaten

Agressie naar mensen

De scores voor agressie naar mensen waren erg laag: gemiddeld 1.8, terwijl de maximale score 20 was. Let op! Dit zijn de opgetelde scores voor blazen, stalken/najagen, bijten en slaan/krabben en komt neer op een gemiddelde score tussen nooit en minder dan eens per half jaar per gedraging. De score is bij deze categorie een reflectie van de frequentie waarmee de katten agressie vertonen.

Poezen versus katers

Toch hebben de onderzoekers significante verschillen gevonden: de poezen met sekse-gebonden oranje in hun vacht (score 2.5) vertoonden vaker agressie naar hun eigenaren vergeleken met poezen met andere vachtkleuren (behalve grijs-wit en wit). Daarnaast vertoonden zwart-witte katers (score 2.0) vaker agressie naar hun eigenaren vergeleken met katers met andere vachtkleuren.

Scores vachtkleuren

Omdat er, wanneer alle kleuren samen genomen werden, geen verschillen waren tussen poezen en katers, hebben de onderzoekers de scores van de twee geslachten samengevoegd voor verdere analyse. Daaruit bleek dat zwart-witte katten (score 1.89) en grijs-witte katten (score 2.26) vaker agressie vertonen naar mensen dan zwart/bruin/grijze tabby (cyperpatroon) katten (score 1.48).

Aantal katten dat agressie vertoont

Omdat de scores voor alle vachtkleuren erg laag waren, hebben de onderzoekers geteld hoeveel katten wél, en hoeveel katten geen agressie vertoonden naar hun eigenaren binnen een vachtkleur en dit vergeleken met de hele groep. Gemiddeld vertoonde 43% van de katten wel eens agressie naar hun eigenaar. Onder de lapjeskatten (50/69 – 72%) waren er meer katten die wel eens agressie naar hun eigenaar vertoonden dan verwacht wanneer wordt uitgegaan van het gemiddelde van de hele populatie (p<0.001). Ook wanneer de schildpad, lapjes en torbiekatten samen geteld werden (de katten met sekse-gebonden oranje in de vacht), vertoonden er meer katten met deze vachtkleur (81/131 – 62%) wel eens agressie naar hun eigenaar (p<0.001). Tot slot vertoonden er minder katten met een zwart/bruin/grijze tabby vachtkleur dan gemiddeld wel eens agressie naar hun eigenaar (144/383 – 38%)(p=0.033).

Waarschijnlijkheid van agressie tijdens het hanteren

De scores voor waarschijnlijkheid van agressie tijdens het hanteren waren ook erg laag: gemiddeld 3.4, terwijl de maximale score 36 was. Let op! Dit zijn de opgetelde scores voor blazen, bijten en slaan/krabben en komt neer op een gemiddelde score tussen erg onwaarschijnlijk en redelijk onwaarschijnlijk per gedraging. De score is bij deze categorie een reflectie van de waarschijnlijkheid dat de katten agressie zullen vertonen tijdens het hanteren.

Poezen versus katers

Ook voor de waarschijnlijkheid van agressie tijdens het hanteren zijn de poezen met de katers vergeleken. Binnen de katten met een colorpoint vachtkleur en een grijs-witte vachtkleur vonden de eigenaren het meer waarschijnlijk dat de poezen agressie zouden vertonen (score 4.0 en 4.5) dan de katers (score 2.3 en 4.0).

Aantal katten dat meer dan erg onwaarschijnlijk agressie zal vertonen

Omdat de scores voor de waarschijnlijkheid van agressie tijdens het hanteren ook erg laag waren, hebben de onderzoekers vergeleken hoeveel katten binnen een vachtkleur een score >0 hadden (dus waarvoor het meer waarschijnlijk dan “erg onwaarschijnlijk” was dat ze agressie zouden vertonen tijdens het hanteren). Hieruit bleek dat binnen geen enkele vachtkleur meer katten een hogere waarschijnlijkheid tot agressie tijdens het hanteren had wanneer dit werd vergeleken met alle andere vachtkleuren gecombineerd (gemiddeld had 80% van de katten een score >0). Als een vachtkleur werd vergeleken met één enkele andere vachtkleur, waren er wel een aantal verschillen:

Meer katten met een zwart-witte vachtkleur (153/186 – 82%) hadden een score >0 dan de katten met een ‘andere’ vachtkleur (47/61 – 77%). Daarnaast waren er meer katten met sekse-gebonden oranje in de vacht (110/131 – 84%) met een score >0 dan katten met een point (75/103 – 73%), zwart/bruin/grijze tabby (288/383 – 75%) of ‘andere’ (47/61 – 77%) vachtkleur. Tot slot waren er meer katten met een grijs-witte vachtkleur (64/77 – 83%) die een score >0 hadden dan katten met een point vachtkleur (75/103 – 73%).

Agressie bij de dierenarts

De scores voor agressie tijdens het hanteren waren ook erg laag: gemiddeld 1.7, terwijl de maximale score 9 was. Let op! Dit zijn de opgetelde scores voor blazen, bijten en slaan/krabben en komt neer op een gemiddelde score tussen erg onwaarschijnlijk en redelijk onwaarschijnlijk per gedraging. De score is bij deze categorie een reflectie van de waarschijnlijkheid dat de katten agressie zullen vertonen tijdens het dierenartsbezoek.

Poezen versus katers

Als de poezen met alle verschillende vachtkleuren werden vergeleken met de katers met alle verschillende vachtkleuren, vonden de eigenaren het meer waarschijnlijk dat de poezen agressie zullen vertonen bij de dierenarts dan katers (p=0.001). Binnen de vachtkleuren hadden de grijs-witte en zwart/bruin/grijs tabby poezen een hogere score dan de grijs-witte en zwart/bruin/grijs tabby katers (p=0.002 en p=0.025).

Aantal katten dat meer dan erg onwaarschijnlijk agressie zal vertonen

Omdat de scores voor agressie tijdens het hanteren ook erg laag waren, hebben de onderzoekers vergeleken voor hoeveel katten binnen een vachtkleur de eigenaren het meer dan erg onwaarschijnlijk vonden dat ze agressie zullen vertonen bij de dierenarts (score >0). Gemiddeld had 42% van de katten een score >0. Voor een groter aantal lapjeskatten (43/69 – 62%) dan gemiddeld was de score >0 (p=0.03).

Discussie

Ondanks alle statistisch significante verschillen die bij deze studie zijn gevonden, geven de onderzoekers zelf aan dat de gemiddelde scores erg laag zijn en dat de verschillen in agressie tussen de katten met verschillende vachtkleuren erg klein zijn. Deze verschillen zouden zelfs verklaard kunnen worden doordat de eigenaren de criteria voor de verschillende scores verschillend hebben geïnterpreteerd. Daarnaast geven de onderzoekers nog wat kanttekeningen aan bij de opzet van de studie:

  1. Door te kiezen voor een internetenquête is de groep katten niet compleet willekeurig.
  2. Omdat objectieve testen niet mogelijk waren, zijn deze resultaten gebaseerd op subjectieve meningen van de katteneigenaren.
  3. Er waren maar weinig katten binnen bepaalde vachtkleuren (bijvoorbeeld torbie, wit en grijs).
  4. De gevonden verschillen kunnen veroorzaakt zijn door verschillende andere factoren dan vachtkleur, zoals ras en thuisomgeving. Ze hebben in ieder geval geen correlatie gevonden tussen agressie en gecastreerd/intact, binnen/buiten, enige/meerdere katten in huis.
  5. Er zijn heel veel verschillende vergelijkingen gedaan met de resultaten uit deze enquête, waarmee de kans op Type I fouten (een ware nulhypothese wordt verworpen) sterk verhoogd is. Met andere woorden: de kans op het vinden van significante verschillen tussen groepen die in werkelijkheid niet verschillend zijn wordt sterk vergroot.
  6. Agressie naar de eigenaar is op een andere schaal gescoord dan agressie tijdens hanteren en agressie bij de dierenarts. Niet alleen het aantal punten op de schaal, maar ook de beschrijving van de punten was verschillend: de eerste werd gescoord op frequentie en de andere twee op waarschijnlijkheid. Hierdoor was het noodzakelijk om de drie categorieën te analyseren alsof ze totaal onafhankelijk van elkaar zijn, wat in werkelijkheid niet zo is. Het was dus beter geweest als de schalen en beschrijvingen hetzelfde waren geweest voor alle categorieën.

Conclusie

Ook al zijn er (hele kleine!) verschillende gevonden in frequentie en waarschijnlijkheid van agressie tussen bepaalde vachtkleuren, over het algemeen kan gesteld worden dat de katten in de studie weinig agressief gedrag vertonen in verschillende situaties, welke vachtkleur ze ook hadden. De verschillen in agressie die gevonden zijn, zijn mogelijk niet veroorzaakt door de verschillen in vachtkleur, maar door de manier waarop de studie is opgezet of door andere factoren die niet meegenomen waren in deze studie. Tot nog toe zijn er dan ook geen redenen om een kat op vachtkleur te selecteren. Laat de lapjes-, schildpad- en torbie- poezen (en niet te vergeten de zwart/zwart-witte katten) dan ook zeker niet links liggen wanneer je op zoek bent naar een kat!

Marsha Reijgwart (MSc), gedragsbioloog en kattengedragstherapeut

Bronartikel

Elizabeth A. Stelow, Melissa J. Bain, Philip H. Kass (2015) The relationship between coat color and aggressive behaviors in the domestic cat. Journal of applied animal welfare science.

Referenties:

  1. Delgado, M. M., Munera, J. D., & Reevy, G. M. (2012). Human perceptions of coat color as an indicator of domestic cat personality. Anthrozoös 25: 427 – 440.
  2. Lepper, M. K., Kass, P. H., & Hart, L. A. (2002). Prediction of adoption versus euthanasia among dogs and cats in a California animal shelter. Journal of Applied Animal Welfare Science 5: 29 – 42.
  3. Kogan, L. R., Schoenfeld-Tacher, R., & Hellyer, P. W. (2013). Cats in animal shelters: Exploring the common perception that black cats take longer to adopt. Open Veterinary Science Journal 7: 18 – 22.
  4. Belyaev, D. K. (1979). Destabilizing selection as a factor in domestication. Journal of Heredity 70: 301 – 308.