Het stevig in het nekvel vastpakken van een kat om deze te fixeren tijdens een behandeling of onderzoek is een veelgebruikte methode onder zowel katteneigenaren als mensen die zich beroepsmatig met katten bezig houden. Een aanzienlijk deel van de katten wordt passief op het moment dat ze op een bepaald punt in de nek vastgepakt worden. Er is zelfs een speciale klem (clipnosis®) op de markt waarmee deze zogenaamde nekvelgreep geïmiteerd kan worden. Katten die passief worden ten gevolge van de nekvelgreep zijn gemakkelijker te behandelen en te hanteren, maar hun zintuigen worden niet uitgeschakeld. Ze maken wat er om hen heen en met hen gebeurt bewust mee, maar kunnen door de reflex, die ontstaat door de greep in de nek, niet bewegen of reageren. Dit verschijnsel van motorieke remming wordt tonische immobiliteit genoemd en komt niet alleen bij katten voor, maar ook bij andere diersoorten, zoals kippen, konijnen en haaien.

Nekvelgreep: natuurlijk kattengedrag

Het immobiel worden als reactie op de nekvelgreep van de kat is evolutionair noodzakelijk gedrag en katten grijpen andere katten in bepaalde situaties ook bij het nekvel vast(1).

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Moederpoes draagt kitten. Kitten vertoont ventroflexie rug en staart krult tegen buik

Zo zorgt de reflex van het kitten om passief te blijven hangen als de moederpoes het kitten bij het nekvel optilt, voor het probleemloos en geruisloos kunnen vervoeren van de kittens naar een andere, veilige plaats(2).

Naarmate de kittens ouder worden zal de moederpoes dit gedrag steeds minder vertonen. Bij het nekvel grijpen van het kitten als correctie is gedrag dat door moederpoezen niet vertoond wordt(2). Het op deze wijze corrigeren van katten met als argument dat het natuurlijk gedrag is, is dan ook niet correct en kan door de kat als pijnlijk en angstaanjagend worden ervaren. Katten worden zelfs regelmatig aan hun nekvel opgetild. Dit is voor de kat uitermate pijnlijk. Het gewicht van een volwassen kat dat aan het nekvel hangt is niet te vergelijken met het gewicht van een kitten van maximaal een paar weken oud.

Naast de nekvelgreep door de moederpoes is er nog een andere situatie waarin katten ook gebruik maken van de beet in de nek namelijk de kater die tijdens het dekken van de poes de poes bij het nekvel grijpt(3). Dit zijn de enige twee situaties waarin bij katten het vastbijten en vasthouden in het nekvel wordt toegepast.

Tonische immobiliteit bij de kat en andere diersoorten

De reflex die optreedt door bij de kat op bepaalde punten in de nek druk uit te oefenen wordt ook wel tonische immobiliteit genoemd. Dit verschijnsel komt ook bij andere diersoorten voor en wordt dan vaak opgewekt door het dier op de rug te keren. Tonische immobiliteit is kortstondig en omkeerbaar en zorgt voor ingrijpende motorieke remming bij hiervoor vatbare diersoorten. Zo’n episode kan qua duur variëren tussen een paar seconden en een paar uur, zelfs binnen één enkele soort. De gevoeligste diersoorten zijn die waarop zeer veel gejaagd wordt. Er wordt aangenomen dat tonische immobiliteit een door angst gedreven verdedigingsmechanisme is dat gebruikt wordt door met name prooidieren, nadat andere verdedigingsstrategieën gefaald hebben en wat ertoe dient om letsel te beperken en een mogelijkheid tot ontsnapping te bieden. Door het bewegingloze gedrag van de prooi kan een roofdier misleid worden en de aanval stoppen of zijn greep verslappen, waardoor de prooi een laatste kans heeft om te ontsnappen(5).

Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar tonische immobiliteit bij dieren. In 1988 geven Fleischmann en Urca naar aanleiding van hun onderzoek bij muizen aan dat tonische immobiliteit een staat is waarin dieren niet alleen geïmmobiliseerd worden maar ook gedesensitiseerd ten opzichte van externe stimuli(4). Onderzoek bij konijnen in 2006(5) toonde daarentegen een door angst gemotiveerde staat van stress aan na het immobiliseren van deze dieren, waardoor de onderzoekers concludeerden dat het gebruik van deze techniek angstaanjagend is voor konijnen.

ClipnosisOver tonische immobiliteit bij katten is in 2008 een onderzoek gepubliceerd dat uitgevoerd is door de uitvinders van de Clipnosis (een klem die bij katten in de nek kan worden geplaatst en zo de greep in het nekvel imiteert)(6). Hierbij werd de reactie van katten op het gebruik van de klem in het nekvel onderzocht. In plaats van de term tonische immobiliteit wordt in dit onderzoek de term pinch-induced behavioral inhibition (PIBI) gehanteerd voor het gedrag dat de kat vertoont als reactie op het druk uitoefenen op punten langs de dorsale middenlijn. Deze lijn loopt vanaf het midden van de schedel evenwijdig aan de nek- en rugwervels naar achteren toe.

Onderzoek naar reactie op clipnosis bij de kat (6)

Door gebruik te maken van een of twee clips, die in de nek van de kat tussen de eerste en de zevende nekwervel langs de dorsale middenlijn geplaatst werden, werd bij een groep van in totaal 13 gezonde katten en 18 katten met Idiopatische Cystitis getest wat de reactie was op het uitoefenen van druk op deze punten in de nek.

De reactie van de kat werd genoteerd op een schaal: negatieve reactie (opwinding, vocalisatie, pogingen clip te verwijderen) – geen reactie – positieve reactie (gedragsremming). Dit experiment werd met alle katten nog drie maal herhaald, telkens met een tussentijd van een maand.

Een veterinair neuroloog onderzocht de katten voor en tijdens het clippen op o.a. geestesgesteldheid en reacties, maar hoe deze onderzoeken uitgevoerd werden is niet gepubliceerd. De onderzoekers constateren dat het gebruik van de clips, zelfs na het verwijderen van de clips, een ontspannend effect op de kat leek te hebben, gebaseerd op het feit dat de katten meer tevreden leken en het spinnen van veel katten tijdens het experiment.

Niet alle katten vertoonden gedragsremming, maar als er gedragsremming optrad kwam de houding van de kat vrijwel overeen met die van een kitten dat gedragen wordt door de moeder: staart krult op richting buik, van de rug buigt (ventroflexie) en de kat wordt passief. Bij alle katten die gedragsremming vertoonden trad ook miosis* (versmallen van de pupil) op. Daarnaast werd de reactie van katten in de loop der maanden, bij het herhalen van de test, gevoeliger. De immobilisatie trad sterker op.

Uit het onderzoek bleek dat rustige katten het best reageerden op immobilisatie door middel van de klem. Dit onderzoek is de onderbouwing voor de werking van de Clipnosis (een klem, die in de nek geplaatst wordt bij de kat om deze te immobiliseren tijdens kleine ingrepen bij de dierenarts), waarvan deze onderzoekers tevens de patenthouders zijn.

*) Opvallend is dat in verschillende filmpjes op internet met betrekking tot het gebruik van de clipnosis er juist regelmatig mydriasis (verwijden pupil) waarneembaar is.

De werking van de clipnosis

Cat_ScruffDe onderzoekers van de clipnosis geven aan dat het in de nek plaatsen van de clipnosis de greep in het nekvel imiteert die kan zorgen voor PIBI.

Zij geven aan dat dieren normaal gesproken op stress en angst reageren door te bevriezen, vechten of vluchten. Aangenomen wordt dat deze reacties worden aangestuurd door de voorhersenen die invloed uitoefenen op de motorische activiteit. Bij een kat die geen angst of stress ervaart remt het cerebrum (grote hersenen) een actie van de voorhersenen en de voorhersenen remmen subcorticale structuren. Als een dier bang is remt het cerebrum niet langer de voorhersenen, waardoor het dier reageert op de stressor. De clipnosis veroorzaakt volgens de uitvinders van de klem een zelfde reactie in de voorhersenen als de remming door het cerebrum(7). De clips dienen zo geplaatst te worden dat ze druk uitoefenen op de drukpunten tussen de eerste en de zevende nekwervel langs de middenlijn.

Kritische noot bij het onderzoek naar de clipnosis

Het opwekken van tonische immobiliteit bij dieren is omstreden vanwege het verlies aan controle voor het dier in een mogelijk angstaanjagende of pijn veroorzakende situatie. De informatie over de wijze van testen voor en tijdens het plaatsen van de clip in het onderzoek met betrekking tot de Clipnosis is summier en grotendeels niet gepubliceerd.

Ook de interpretatie van het waargenomen gedrag laat te wensen over. Zo wordt spinnen door de onderzoekers geïnterpreteerd als een uiting van tevredenheid, terwijl dit ook kan duiden op een kat die zich erg onprettig voelt (8). Dit kan een indicatie zijn van geringe kennis van kattencommunicatie en -lichaamstaal in het onderzoeksteam, waardoor mogelijk ook ander gedrag verkeerd geïnterpreteerd is.

Een ander hiaat is dat er geen metingen zijn uitgevoerd na het verwijderen van de clipnosis bij de kat.

Er zijn tijdens het gebruik van de clip ook geen handelingen verricht, die ongemak of pijn veroorzaken bij de kat. Daardoor wijkt dit experiment sterk af van het gebruiksdoel van de clip: het tijdelijk immobiel maken van de kat tijdens het uitvoeren van handelingen die bij de kat een reactie kunnen ontlokken.

Voordat geconcludeerd kan worden dat het gebruik van de clipnosis een veilige en katvriendelijke manier is om katten te hanteren bij kleine ingrepen zou er in ieder geval onderzoek met een controlegroep plaats moeten vinden, waarbij ook het stressniveau van de katten na de behandeling gemeten dient te worden.

Het feit dat het onderzoek naar de Clipnosis uitgevoerd is door de patenthouders op de Clipnosis is een extra reden om kritisch naar dit onderzoek te kijken: hoe objectief kun je zijn als je onderzoek uitvoert naar een product waar je zelf verdiensten uit haalt?

Is het gebruik van de nekvelgreep de beste manier om een kat in bedwang te houden?

Over het gebruik van “pinch-induced behavioral inhibition” zijn de meningen verdeeld en het zou nooit een standaardmethode moeten zijn om een kat in bedwang te houden, omdat het immobiliseren van de kat door een nekvelgreep vaak de opwinding en angst bij de kat vergroot en het de kat het gevoel controle te hebben op de situatie ontneemt. (9)

Veel katten gaan angstagressie vertonen als de nekvelgreep toegepast wordt. Katten zijn gewoonlijk kalmer en gemakkelijker te hanteren als ze niet gefixeerd worden. Veel katten houden er van op de kop achter de oren of over de wangen of onder de kin gemasseerd te worden. Dit leidt ze af en kalmeert ze. Bij een bangere kat kan men de kat met de drie middelste vingers langzaam tussen de oren masseren of aaien en de duim en pink gebruiken om zichzelf en de kat te beschermen. (10)

De richtlijnen voor katvriendelijk hanteren van de AAFP (American Association of Feline Practitioners) en van de ISFM (International Society of Feline Medicine) uit 2011 (11) geven aan met betrekking tot het gebruik van PIBI dat je, als je denkt dat deze techniek de enige mogelijkheid is, je zorgvuldig moet evalueren of de kat tekenen van angst of spanning vertoont. De kat wordt weliswaar immobiel, maar dit betekent niet dat het comfortabel is voor de kat en de kat kan agressief worden. Hanteer de kat zo zachtzinnig als mogelijk en gebruik geen agressieve hanteertechnieken. De richtlijnen geven aan het optillen van de kat aan het nekvel of op andere wijze de kat hangend het eigen lichaamsgewicht laten dragen door middel van een nekvelgreep af te keuren, omdat dit onnodig en potentieel pijnlijk is.

Het ISFM/FAB katten experts panel(11) geeft daarnaast aan dat zij een groot voorstander zijn van de zienswijze dat de nekvelgreep nooit als standaardmethode voor het in bedwang houden van een kat gebruikt zou mogen worden en alleen gebruikt zou moeten worden als er geen alternatief is.

Maggie Ruitenberg, kattengedragsdeskundige

Referenties

  1. Houpt KA. Domestic animal behavior. 4th edn. Ames, Iowa: Blackwell Publishing, 2005: 177, 240–41
  2. Baerends-van Roon JM, Baerends GP. The morphogenesis of the behaviour of the domestic cat: with a special emphasis on the development of prey-catching. Amsterdam, North Holland Publishing, 1979: 12
  3. Beaver BV. Feline behavior: a guide for veterinarians. St Louis: Saunders Elsevier, 2003. + Bradshaw J. Behaviour of cats. In: Jensen P (ed). Ethology of domestic animals. 2nd edn. Oxford, UK: CABI International, 2009: 212
  4. Fleischmann A, Urca G (1988) Clip-induced analgesia and immobility in the mouse: pharmacological characterization. Neuropharmacology 27, 641e648
  5. McBride, E.A., Day, S., McAdie, Tina M., Meredith, A., Barley, J., Hickman, J. and Lawes , L. (2006) Trancing Rabbits: Relaxed hypnosis or a state of fear?In: Proceedings of the VDWE International Congress on Companion Animal Behaviour and Welfare. Flemish Veterinary Association, pp. 135-137. ISBN 90801104411
  6. Pozza ME, Stella JL, Chappuis-Gagnon AC, et al: Pinch-induced behavioral inhibition (‘clipnosis’) in domestic cats. J Feline Med Surg 10:82-87, 2008
  7. Buffington et al., Patent Application Publication US 2010/0275856 A1, United States 4 nov. 2010
  8. Dennis C. Turner & Patrick Bateson 2000: The domestic Cat, the biology of its behaviour 2nd edition: 72
  9. Yin S: Classical conditioning: learning by association. Compendium 28:472-476, 2006.
  10. Rodan I DVM, Dipl. ABVP, Feline Practice in Understanding Feline Behavior and Application for Appropriate Handling and Management 2010 Elsevier Inc.
  11. AAFP and ISFM Feline-Friendly Handling Guidelines, Ilona Rodan, Eliza Sundahl, Hazel Carney, Anne-Claire Gagnon, Sarah Heath, Gary Landsberg, Kersti Seksel Sophia Yin, mei 2011