Het Tom & Jerry syndroom, zo genoemd vanwege de schrikreacties op geluiden door Tom in deze cartoon, is nu wetenschappelijk onderzocht. Mark Lowrie en zijn collega’s hebben via veterinaire media, internet en internationale pers katten gezocht die werden verdacht van door geluiden geïnduceerde epileptische aanvallen en hierdoor aanwijzingen gevonden voor een tot nog toe onbekend syndroom bij oudere katten: feline audiogenic reflex seizures (FARS).
Door middel van een enquête en een interview via telefoon of mail en waar mogelijk video-opnames (3 katten) is gecontroleerd of de katten daadwerkelijk een door geluid geïnduceerde epileptische aanval hadden. De 96 katten die uiteindelijk zijn meegenomen in de studie kregen een tonisch–clonische aanval (gegeneraliseerde, volledige aanval, 100%), myoclonische aanval (spiersamentrekkingen zonder bewustzijnsverlies, 94%) of absence (periode van staren zonder motorische activiteit, 6%) door een bepaald hoog geluid zoals het proppen van aluminiumfolie (85%), geklingel van een lepel in een bakje (82%), rinkelend glas (75%), rommelen met papieren of plastic tassen (74%), typen op een toetsenbord of klikken met de muis (64%), rinkelen van munten of sleutels (61%), timmeren (40%), tongklakken (25%) en nog een aantal geluiden (allemaal <12,5% katten).
De aanvallen kunnen veroorzaakt worden door een heel zacht geluid, verhogen van de geluidssterkte zorgde in 23% van de katten voor een heftigere aanval. De geluiden gaven niet altijd een aanval (bij 33% van de katten) en soms hadden de katten ook een aanval zonder dat de eigenaar dacht een geluid te hebben gemaakt. De katten waren 10-19 jaar oud toen de eigenaren voor het eerst merkten dat de katten aanvallen kregen van hoge geluiden.
Een deel (89%) van de katten is vervolgens medisch onderzocht (bloedonderzoek, urineonderzoek, bloeddrukmeting, MRI, CT, onderzoek van cerebrospinale vloeistof, Toxoplasma en Neospora serologie, feline leukemie virus (FeLVFeline Leukemie Virus, ook wel leucose genoemd.), feline immunodefientie virus (FIVFeline Immunodeficiëntie Virus, ook wel kattenaids genoemd.)). Veertig procent van de katten had een bijkomende ziekte zoals chronisch nierfalen (25%), hyperthyreoïdie/overactieve schildklier (0,1%), hypertrofische cardiomyopathie/verdikte hartspier (0,04%), hypertensieMedische benaming voor een te hoge bloeddruk./hoge bloeddruk (0,04%) of diabetus mellitus/suikerziekte (0,02%). Ironisch genoeg had de helft van de katten in dit onderzoek gehoorverlies en waren een aantal zelfs doof. Het lijkt erop dat deze gehoorschade niet geldt voor de geluiden die in het ultrasone gebied vallen, die waarschijnlijk deze aanvallen kunnen veroorzaken.
Het lijkt geen progressiefVoortschrijdend, toenemend in ernst. syndroom (71% van de katten), een kwart van de eigenaren gaf zelfs aan dat het met de tijd minder werd. Vermijden van het maken van deze geluiden zorgde voor het compleet verdwijnen van de aanvallen in 75% van de katten. Vijftien katten kregen fenobarbital en 29 katten kregen levetiracetam (beide anti-epileptica) ter behandeling van FARS. Fenobarbital leek te helpen tegen de gegeneraliseerde tonisch–clonische aanvallen bij 27% van deze katten, levetiracetam verminderde zowel gegeneraliseerde tonisch–clonische aanvallen (69%) als myoclonische aanvallen (93%).
Dankzij dit onderzoek hebben we weer wat meer kennis van katten en is er meteen een mogelijke effectieve behandeling voor FARS gevonden. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: doet je kat ‘anders dan anders’, ga naar de dierenarts! Een belangrijke kanttekening: dit internationaal opgezette onderzoek leverde een totaal van 96 katten met FARS op, het lijkt dus niet een zeer veel voorkomend syndroom (maar is daardoor niet minder belangrijk!).