Waarschijnlijk heb je wel eens het advies gekregen van de dierenarts om je kat te ontwormen. Waarom moet dat eigenlijk? En hoe vaak moet dat dan? Zijn er alternatieven voor het ontwormen?

Belangrijkste endoparasieten in Nederland

In Nederland kan de kat met verschillende wormen besmet worden. De belangrijkste hiervan zijn de spoelwormen en de lintwormen. Het risico op het krijgen van één van deze endoparasieten is verschillend per kat.
Spoelwormbesmetting vindt vooral plaats via de moedermelk, het vangen van prooidieren (bijvoorbeeld muizen en vogels), het eten van rauw vlees of ingewanden en via wormeieren die in de grond aanwezig zijn. Lintwormen worden voornamelijk overgedragen via vlooien en luizen.

Symptomen van wormbesmetting bij de kat

De meeste wormbesmettingen verlopen symptoomloos, wat betekent dat aan de buitenkant van de kat niet te zien is of hij besmet is met wormen. Slechts bij een zware infectie kan de kat gaan vermageren. Als er veel wormen in de darmen aanwezig zijn kan er een darmverstopping optreden waarbij er mogelijk permanente schade aan de darm ontstaat en de kat zelfs een operatie nodig kan hebben om het te overleven. Kittens kunnen bij een zware besmetting een ‘wormbuikje’ (een verdikte buik) krijgen en soms ontstaat een pneumonie door de migratie van de wormlarven door de longen.

Wormbesmetting niet alleen risico voor kat, maar ook voor mens

Bovenstaande symptomen zijn helaas enkel te zien bij zware infecties en bij de meeste besmettingen met wormen heeft de kat dus geen symptomen, maar dat betekent niet dat de kat niet besmettelijk is voor andere katten en voor ons als eigenaren. Ook wij kunnen worden besmet met spoelwormen of lintwormen via onze kat. Dit is nooit aangenaam, maar bij mensen met een verminderde weerstand, zoals kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en chronisch zieken, kan een worminfectie ook ernstige complicaties geven.

Behandeling en preventie

Belangrijk is dus zoveel mogelijk te voorkomen dat een kat wordt besmet met wormen én eventuele aanwezige worminfecties behandelen. Dit doe je door periodiek te ontwormen of ontlastingsonderzoek te doen en door goede hygiënemaatregelen te nemen.

Hoe vaak je kat te ontwormen of zijn ontlasting te controleren op de aanwezigheid van endoparasieten is maatwerk. Dit kan variëren van twee keer per jaar tot maandelijks afhankelijk van de risico’s die de kat loopt op het oplopen van een worminfectie en hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn als een eigenaar vervolgens zou worden besmet.

Bijvoorbeeld:

  • Twee keer per jaar kan voldoende zijn voor een binnenkat, die geen vlooien heeft, niet naar een pension gaat en waarbij ook geen honden in huis leven of op bezoek komen.
  • Maandelijks kan nodig zijn voor katten die regelmatig muizen en/of vogels vangen of voor katten die buiten komen en waarbij ook kleine kinderen in huis aanwezig zijn.

De algemene aanbeveling is je kat minimaal vier keer per jaar te laten onderzoeken op de aanwezigheid van worminfecties door middel van ontlastingsonderzoek of preventief te ontwormen.

Meer informatie hierover?
ESCCAP: European Scientific Counsel Companion Animal Parasites.

Enkele (hygiëne)maatregelen die je als eigenaar kan nemen:

  • Was groente en fruit voor consumptie
  • Was regelmatig je handen, maar zeker voor het eten als je je kat hebt geaaid
  • Schep dagelijks de kattenbakken en verwijder ontlasting uit de tuin
  • Gooi afval uit de kattenbak of ontlasting van de kat niet in de GFT-bak of op de composthoop
  • Werk in de tuin altijd met tuinhandschoenen aan
  • Voorkom dat katten kunnen defeceren in zandbakken door ze tussendoor af te dekken
  • Probeer het vangen van prooidieren door de kat zoveel mogelijk te voorkomen
Sanne van Aerts, dierenarts gezelschapsdieren

Bronartikel

ESCCAP: Wormbestrijding bij hond en kat, richtlijn 1, tweede druk, juli 2009