Multi-kat huishoudens

Huishoudens waar meerdere katten worden gehouden worden multi-kat huishoudens genoemd. Leven in een huis met meerdere katten wordt vaak gedacht meer stressvol te zijn voor katten dan wanneer ze alleen in een huis leven. Dit is omdat katten worden omschreven als solitaire en territoriale dieren, die eerder alleen zullen leven dan in groepsverband. Het is echter ook bekend dat katten er voor kiezen om in groepen te leven wanneer er voldoende voedsel (bronnen) aanwezig is, dus ze kunnen zich wel sociaal organiseren en samen leven.

Er zijn verschillende factoren mogelijk die de hoeveelheid stress bepalen die een kat ervaart als hij samen met andere katten moet leven, bijvoorbeeld hoe goed de kat gesocialiseerd is naar andere katten². Een andere factor zou de persoonlijkheid van de kat kunnen zijn. Zo zouden meer ‘timide’ katten het lastiger kunnen vinden om in een groep te leven doordat ze andere katten minder goed kunnen ontwijken dan bijvoorbeeld de wat ‘bazigere’ kat. Daarom hebben de onderzoekers van de studie die hieronder wordt toegelicht niet alleen gekeken naar stressniveaus van katten in huishoudens met één kat en multi-kathuishoudens (2-4 katten), ook hebben ze hierbij naar de persoonlijkheid van de kat gekeken.

Methode

Van elke kat werden vier monsters met uitwerpselen geanalyseerd. Ook werd de persoonlijkheid van elke kat door de eigenaren ingedeeld in drie categorieën, 1) bazig, 2) timide of 3) makkelijk in de omgang. Eigenaren vulden ook een vragenlijst in over hun kat(ten), waarbij de vragen voornamelijk gingen over mens-kat interactie, zoals de reactie van de katten op aaien (‘vindt het leuk’, ‘tolereert het’, ‘vindt het niet leuk’).

Tabel aaien & multikat huishoudens

Resultaten

Er werd geen significant verschil gevonden in concentraties glucocorticoid metabolieten tussen de drie groepen, dus er werd geen verschil gevonden tussen de drie groepen wat betreft opgewondenheidsniveaus. Ook werd er geen significant verschil gevonden tussen de drie categorieën persoonlijkheden. Er werd echter wel een significant verschil gevonden tussen katten van twee jaar en ouder en katten jonger dan twee jaar in de groep met 3 of 4 katten, waarbij de oudere katten een hogere gemiddelde concentratie van glucocorticoid metabolieten in hun ontlasting hadden. Dit zou dus betekenen dat deze oudere katten meer opgewonden waren dan de jongere katten in deze multi-kat huishoudens. De onderzoekers noemen wel dat het waarschijnlijk is dat elke kat op een andere manier reageert op zijn levensomstandigheden, en dat het dus belangrijk is om naar elke kat als een individu te kijken.

Verder werd er een verschil gevonden tussen de katten die aaien ‘tolereerden’ en die aaien ‘niet leuk’ vonden, waarbij er hogere gemiddelde concentraties van glucocorticoid metabolieten werden gevonden bij katten die aaien volgens hun eigenaren ‘tolereerden’. Dit betekent dat katten die aaien tolereerden hogere opgewondenheid/stress vertoonden dan de katten die aaien niet leuk vonden. De onderzoekers geven de mogelijke verklaring dat katten die niet van aaien houden dit eerder vermijden, ten opzicht van de katten die het tolereren (maar misschien niet fijn vinden). Echter, de onderzoekers geven zelf aan dat er voorzichtig omgegaan moet worden met deze resultaten en suggestie, aangezien de aantallen katten die in deze drie categorieën vielen zeer ongelijk zijn. Overigens waren de katten die aaien wel leuk vonden in de overgrote meerderheid (‘vindt het leuk’: 85 katten, ‘tolereert het’: 13 katten, ‘vindt het niet leuk’: 4 katten).

Praktische conclusie

Een praktische conclusie die uit dit onderzoek getrokken kan worden is dat elke kat een ander individu is en dus anders kan reageren op en om kan gaan met de omgeving. Observeer jouw eigen kat om te kijken of je aanwijzingen kunt vinden of jouw kat zich op zijn gemak voelt in zijn (multi-kat) omgeving. Het is belangrijk dat je jouw kat de gelegenheid geeft om om te gaan met zijn omgeving. Wanneer een kat bijvoorbeeld angstig is voor een andere kat, zorg dan dat hij zich kan verstoppen of dat hij de andere kat kan vermijden wanneer hij daar behoefte aan heeft, zodat hij zijn stressniveaus laag kan houden (zie voor tips het artikel ‘De huisvestingsbehoeftes van katten’). Ook kun je altijd aan jouw kat ‘vragen’ of hij geaaid wil worden door hem uit te nodigen voor interactie in plaats van gelijk te beginnen met aaien. Observeer het gedrag van jouw kat om te kijken of je aanwijzingen kan vinden wanneer deze het niet meer fijn vindt om geaaid te worden, aangezien veel katten van korte interacties houden.

Janneke van der Laan (MSc), neurowetenschapper en diergedragstherapeut

Bronartikel

D. Ramos, A. Reche-Junior, P.L. Fragoso, R. Palme, N.K. Yanasse, V.R. Gouvêa, A. Beck, & D.S. Mills (2013). Are cats (Felis catus) from multi-cat households more stressed? Evidence from assessment of fecal glucocorticoid metabolite analysis. Physiology & Behavior, 122:72-75.

Referenties

  1. http://www.scientias.nl/uw-kat-wordt-mogelijk-gestrest-geaai/93091
  2. Kessler, M. R., & Turner, D. C. (1999). Socialization and stress in cats (Felis silvestris catus) housed singly and in groups in animal shelters. Animal welfare, 8(1), 15-26.