Katten zijn wereldwijd zeer populaire huisdieren. Het percentage raskatten is de laatste jaren gegroeid, en zo ook de vraag naar de zogenaamde ‘brachycefale’ rassen zoals de Exotic, Brits Korthaar en de Pers. Maar met de vraag naar deze kortsnuitige kattenrassen neemt ook de bezorgdheid over de lichamelijke gezondheid en het welzijn van deze katten toe. Katten waarbij de typerende raskenmerken, zoals een korte neus en teruggetrokken kaak, tot in het extreme doorgetrokken zijn, hebben vaak problemen met eten, ademhalen en voortplanten. Daarnaast hebben ze vaak afwijkingen aan de oogleden en zenuwen (o.a. Anagrius et al. 2021; Farnworth et al. 2016; Schmidt et al. 2017).

Ondanks dat het bewustzijn van de problemen gestaag groeit, zijn de kortsnuitige raskatten, net als de kortsnuitige hondenrassen zoals de Franse Buldog en de Pug, nog steeds erg populair. Brachycefale rassen zijn geen recente creatie. De Pug (hondenras) bestaat al sinds de 16e eeuw (The Kennel Club Verenigd Koningrijk) en de Pers behoort tot een van de oudste bekende kattenrassen (Lipinski et al. 2008) maar de uiterlijke kenmerken van deze rassen zijn mettertijd steeds extremer geworden. Perzen hadden in eerste instantie milde brachycefale trekken (zogenaamde ‘poppengezichtjes’) maar selectief fokken heeft geresulteerd in een moderne Pers met het zogenaamde ‘Peke Face’  (zie figuur 1).

Figuur 1. Traditionele Pers met ‘poppengezicht’ (a) vs. moderne Pers met ‘Peke-face’ (b).

Studie naar de motivatie voor, en kennis van, een kortsnuitige raskat

Tot 2019 was er nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de aantrekkingskracht van bepaalde rassen en kennis bij de potentiële eigenaar over eventuele gezondheidsproblemen. Het onderzoek van Plitman en collega’s (2019) bracht daar verandering in. De onderzoekers wilden weten hoe eigenaren zich hadden voorbereid op de aanschaf van hun kat en of de voorbereiding verschillend was tussen eigenaren met a) een kortsnuitige kat, b) een kat van een ander ras of c) een huis-tuin-en-keuken kat (kat zonder stamboom). Een soortgelijk onderzoek was kort daarvoor gedaan in kortsnuitige hondenrassen (Packer et al. 2017) en de vragenlijst uit het hondenonderzoek werd aangepast voor katteneigenaren.

Inhoud van de vragenlijst

De deelnemers beantwoorden verschillende vragen over henzelf, zoals het land waar ze woonden, hun leeftijd en of ze voor het eerst kattenbezitters waren. Daarnaast werden vragen gesteld over de katten, zoals ras, leeftijd, geslacht, sterilisatie-status en waar de kat is aangeschaft (bijvoorbeeld via asiel, particulier, fokker). Vervolgens wilden de onderzoekers weten wat de reden was om überhaupt een kat aan te schaffen (bijv. voor gezelschap, om mee te fokken) en waarom men een voorkeur heeft voor een bepaalt type of ras (bijv. uiterlijk, populariteit, gedrag, gezondheid). Ook werden vragen gesteld om na te gaan welke kennis eigenaren al hadden over katten in het algemeen, over de kat van hun voorkeur, en waar ze deze kennis hadden opgedaan (bijvoorbeeld door aan de fokker vragen te stellen over de gezondheid van de ouders en/of men de kat als kitten had opgezocht, om te zien in welke omgeving hun toekomstige kat de eerste weken leefde).
Tot slot werd de eigenaren gevraagd hoe tevreden ze zijn met hun kat, hoe gezond ze denken dat hun kat is en of ze het ras aan anderen zouden aanbevelen.

De voornaamste resultaten

Eigenaren van raskatten bleken vaker al eerder een (ras)kat gehad te hebben. Eigenaren met een huis-tuin-en-keuken kat waren daarentegen juist vaker ‘eerste-kat-eigenaar’. Daarnaast deden eigenaren van raskatten vaker vooraf onderzoek dan eigenaren van niet-raskatten. Maar toen de onderzoekers binnen de groep raskateigenaren gingen kijken, constateerden ze dat eigenaren van kortsnuitige rassen minder onderzoek deden dan eigenaren van niet-kortsnuitige rassen. Ook bleek dat eigenaren van de brachycefale rassen minder geneigd zijn hun kat als gezond aan te duiden. De eigenaren noemden als verklaring vooral de oog-en huidaandoeningen. En hoewel ze over het algemeen erg tevreden zijn met hun kat, zijn ze minder geneigd een brachycefale kat aan anderen aan te bevelen. Dit suggereert dat eigenaren van deze rassen zich enigszins bewust zijn van de gezondheidsproblemen van hun kat.

Populariteit minder van belang bij aanschaf kortsnuitige katten dan bij kortsnuitige honden

Hoewel brachycefale en andere raskatten goed vertegenwoordigd zijn op sociale media en favoriet zijn bij beroemdheden, lijkt dit bij de aanschaf van een raskat een kleinere rol te spelen (Plitman et al. 2019) dan bij een soortgelijk onderzoek onder eigenaren van kortsnuitige honden (Packer et al. 2017). Een mogelijke verklaring volgens de onderzoekers is dat eigenaren van de kortsnuitige honden vaak jonger zijn dan eigenaren van de kortsnuitige katten en jongeren laten zich meer beïnvloeden door sociale media dan ouderen.

Waarom is dit soort onderzoek belangrijk?

Het onderzoek van Plitman et al. (2019) benadrukt de noodzaak om eigenaren, fokkers en dierenartsen voor te lichten over ras gerelateerde gezondheidsproblemen en gewetensvol fokken. Het feit dat veel eigenaren van de Pers, de Exotic en Brits korthaar het ras niet zou aanbevelen aan anderen, suggereert een gebrek aan kennis van ras gerelateerde problemen voorafgaand aan de aanschaf. Het is heel erg belangrijk dat eigenaren zich tijdig verdiepen in hun potentiële huisdier. Ook wanneer je graag een raskat wilt is het verstandig je te verdiepen in het ras. Er zijn namelijk grote verschillen tussen rassen wat betreft karakter, gedrag, verzorging (en daarmee gepaarde kosten). Niet elke raskat, hoe mooi ook van uiterlijk, past bij iedere eigenaar en zijn of haar leefsituatie.

Het belang van kennis over de diersoort kat

Een onderzoek uit 2017 van de Nederlandse brancheorganisatie voor ondernemende huisdierspecialisten (DiBeVo/NVG) liet zien dat ruim 37% van de ondervraagden die in 2017 een huisdier aanschafte, geen enkel boek, tijdschrift, website of andere bron geraadpleegd heeft over verzorging, voeding, huisvesting en gedrag van het dier. Wanneer een eigenaar onvoldoende weet over normaal kattengedrag is de kans op onjuiste interpretatie van dat gedrag groot. Het onterecht toekennen van emoties (‘mijn kat plast op de mat want ze is jaloers op de baby’), het foutief interpreteren van gedrag (‘hij zit altijd onder het bed, ongezellig, lui beest’) of het niet herkennen van subtiele communicatiesignalen (‘ik aai hem en hij valt zomaar uit het niets mijn hand aan!’) kan de gezondheid en het welzijn van de kat schaden, de relatie tussen eigenaar en kat verstoren, en zelfs resulteren in het afstaan van de kat.

Het belang van een goede fokker

Het is belangrijk dat eigenaren zich verdiepen in de herkomst van hun toekomstige kat en zoveel mogelijk proberen te weten te komen over de gezondheid van de ouderdieren en de socialisatie van de kittens in de eerste 10 tot 14 levensweken. Hiervoor is het belangrijk een fokker te kiezen, die is aangesloten bij een erkende fokkersvereniging en het kitten vóór aanschaf minimaal één keer te bezoeken. Daarnaast is het van belang dat zowel de potentiële eigenaar als de fokker zich bewust zijn van de gezondheids- en welzijnsproblemen die gepaard gaan met extreme uiterlijke kenmerken. Dieren met extreme kenmerken dienen uitgesloten te worden van fokprogramma’s. Hiertoe is het noodzakelijk dat er duidelijke én meetbare richtlijnen komen die aangeven wat extreem is.

Dit artikel is geïnspireerd op een Spotlight on Science artikel van iCatCare.

Esther Bouma, gedragstherapeut

Bronartikel:

Plitman, L., Černá, P., Farnworth, M. J., Packer, R., & Gunn-Moore, D. A. (2019). Motivation of owners to purchase pedigree cats, with specific focus on the acquisition of brachycephalic cats. Animals.

Referenties

  • Anagrius et al. (2021). Facial conformation characteristics in Persian and Exotic Shorthair cats. Journal of Feline Medicine and Surgery.
  • Farnworth et al. (2016). Flat feline faces: Is brachycephaly associated with respiratory abnormalities in the domestic cat ‘felis catus’? PLoS ONE.
  • Lipinski et al. (2008). The ascent of cat breeds: Genetic evaluations of breeds and worldwide random-bred populations. Genomics.
  • Schmidt et al. (2017). The relationship between brachycephalic head features in modern persian cats and dysmorphologies of the skull and internal hydrocephalus. Journal of Veterinarian Internal Medicine.
  • Packer et al. (2017). Purchasing popular purebreds: Investigating the influence of
  • breed-type on the pre-purchase motivations and behaviour of dog owners. Animal Welfare.
  • https://www.thekennelclub.org.uk/services/public/breed/
  • https://dibevo.nl/pers/nieuwe-cijfers-meer-dan-27-miljoen-huisdieren-in-nederland