Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat katten emoties als angst, blijdschap en woede kunnen ervaren, maar kunnen katten ook zogenaamde complexe emoties als jaloezie en schaamte ervaren? Veel katteneigenaren zullen zeggen van wel, maar is er wetenschappelijk bewijs voor? Na het lezen van dit artikel weet je het antwoord. Daarnaast weet je wat het nut is van emoties en of mensen emoties kunnen aflezen aan het gezicht van hun kat.

Het eerste onderzoek naar emoties

Charles Darwin was de eerste die onderzoek heeft gedaan naar emoties. Hij beschrijft zijn bevindingen in het boek ‘The Expression of the Emotions in Man and Animals’ (Darwin, 1872). Darwin bestudeerde gezichtsuitdrukkingen en gedrag van mensen en andere dieren en zag veel overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld het ineenkrimpen bij angst. Darwin dacht dat emoties, net als andere eigenschappen, zich hebben ontwikkeld tijdens het proces van evolutie. Hij maakte onderscheid in ‘Oer’ emoties, ‘Filiale’ emoties en ‘Sociale’ emoties. Oeremoties zoals angst bevinden zich in de oudste delen van het brein en zijn waarschijnlijk al ontstaan in de voorouders van zoogdieren. Filiale emoties zoals genegenheid (zorg/liefde) zijn waarschijnlijk in de eerste zoogdieren en vogels ontstaan en Sociale emoties (ook wel complexe emoties genoemd) zijn waarschijnlijk alleen ontwikkeld bij primaten.

Basis emoties en complexe emoties

De psycholoog Paul Ekman heeft in de 20e eeuw veel onderzoek gedaan naar de uitdrukking van emoties in de gezichten van mensen. Samen met Wallace Friessen heeft hij in 1971 een studie gepubliceerd waarin hij aantoont dat mensen in een ongeletterde primitieve levensgemeenschap emoties kunnen herkennen op foto’s van westerlingen, hoewel men soms moeite had de gezichtsuitdrukkingen van verbazing en boosheid uit elkaar te houden. Volgens Ekmans onderzoek zijn er bij alle mensen zes basisemoties herkenbaar in het gezicht: boosheid, angst, afkeer (walging), verdriet, blijdschap en verbazing. Deze zes emoties worden als basisemoties aangeduid omdat ze in alle menselijke culturen herkend worden. Complexere emoties (zoals schuldgevoel, schaamte, trots, minachting, medelijden en jaloezie) komen óók in alle menselijke culturen voor, maar worden niet op dezelfde manier geuit (Ekman 1993). De uiting (of verberging) van emoties wordt beïnvloed door de heersende normen en waarden in de betreffende cultuur.
Er is wetenschappelijke overeenstemming dat zoogdieren en vogels basisemoties kunnen ervaren (Panksepp 1982; Boissy 2007). Complexe emoties daarentegen worden eigenlijk alleen toegedicht aan mensen en andere primaten (Preston & de Waal 2002) en zelden aan andere zoogdieren (Bekoff 2002). De heersende aanname is dat voor het ervaren van complexe emoties bepaalde cognitieve vaardigheden zoals zelfbewustzijn en inlevingsvermogen nodig zijn (Preston & de Waal, 2002).

De functie van emoties

Emoties zijn belangrijk voor de overleving van dieren. Via emoties weet een dier of hij iets moet ontwijken, ergens naar op zoek moet gaan en hoe hij om moet gaan met onverwachte (bedreigende) gebeurtenissen. In zoogdieren zijn een aantal aangeboren neurobiologische emotionele systemen te onderscheiden. Veel van wat we weten over deze emotionele systemen komt van het werk van neurowetenschapper Jaak Panksepp. Hij heeft ontdekt dat het brein van menselijke en niet-menselijke zoogdieren uit homologe structuren bestaat. Wanneer deze structuren elektrisch of met stofjes gestimuleerd werden lieten de meeste zoogdieren dezelfde reactie zien (Panksepp 1982). Deze reacties zijn herkenbaar in gedrag, houding en soms zelfs in gezichtsuitdrukking. Deze specifieke reacties hebben een functie in specifieke situaties (Panksepp 2011). Angst wordt bijvoorbeeld opgewekt bij de anticipatie op de aanwezigheid van een vervelende prikkel; woede of frustratie wordt opgewekt wanneer de toegang tot een belangrijke bron wordt geblokkeerd of wanneer een verwachting niet uitkomt en sociale paniek ontstaat wanneer een individu wordt gescheiden van een bron van veiligheid. Er is variatie tussen individuen; wat de één alarmerend vindt, laat de ander koud. Deze verschillen worden beïnvloed door genetische variatie en door leerprocessen. Maar als het systeem geactiveerd wordt, reageert iedereen (grotendeels) hetzelfde.

Ervaren van emoties gebeurt op verschillende niveaus

Panksepp (2011) onderscheidt drie niveaus waarop emoties door mensen worden beleefd. Het eerste niveau betreft het ervaren van emoties zoals angst of blijdschap. Het tweede niveau betreft emoties die ontstaan door (on)bewuste leerprocessen zodat we adequater kunnen reageren op de wereld om ons heen. Het derde niveau betreft de door onze fantasie opgewekte emoties: door ons iets voor te stellen komen we in een bepaalde gemoedstoestand. Of katten in staat zijn emoties te beleven op het derde niveau is nog niet aangetoond. Meer informatie over de emotionele systemen en hoe die invloed hebben op het gedrag bij de kat lees je hier.

Een gevoel is niet hetzelfde als een emotie

Bij mensen worden emoties bestudeerd op vier verschillende vlakken: 1) de reactie van het lichaam (verhoogde hartslag, zweten, vergroten van de pupillen), 2) gedrag (bijvoorbeeld terugdeinzen), 3) mimiek van het gezicht (een grimas of samenknijpen van de ogen) en 4) de subjectieve beleving. Bij een emotie gaat het over de activatie van het emotionele systeem met de bijbehorende lichamelijke reactie, gedrag en gezichtsuitdrukking. Wanneer we spreken over een gevoel dan gaat het eigenlijk over de subjectieve ervaring van de emotie. Deze subjectieve beleving kan niet bestudeerd worden bij katten omdat ze niet over hun ervaring kunnen communiceren op een manier die wij mensen begrijpen. Maar ook al kunnen we het niet aantonen, het betekent niet dat de kat de emotie niet voelt.

Kan een kat jaloers zijn?

Er zijn tot op heden geen aanwijzingen dat katten complexe emoties zoals jaloezie, schuldgevoel of schaamte kunnen ervaren. Voor dit type emoties is namelijk zelfbewustzijn en inlevingsvermogen nodig. Zelfbewustzijn bij dieren wordt vaak getest met de ‘mirror-self-recognition (MSR)-test’ en katten slagen niet voor deze test; ze lijken zichzelf niet te herkennen in een spiegel (de Waal, 2019a).

In de klassieke ‘mirror-self-recognition-test’ krijgen dieren een witte stip op het voorhoofd en worden voor een spiegel geplaatst. Dieren met zelfbewustzijn, zoals mensen en chimpansees, zullen proberen de stip te verwijderen.

Inlevingsvermogen, ook wel ‘Theory of Mind’ (ToM), genoemd is de capaciteit om in je hoofd een voorstelling te maken van de waarden, behoeften, intenties, emoties en perspectieven van een ander en daarbij ook te begrijpen dat die waarden, behoeften, emoties, intenties en perspectieven kunnen verschillen van die van jouzelf. Een onderzoek uit 2005 van Miklósi en collega’s liet zien dat katten en honden een rudimentaire ToM hebben. Wanneer mensen naar één bepaald object wijzen gingen de katten in het onderzoek allemaal op het object af waarnaar gewezen werd. Het vermogen om een wijzende vinger te volgen zegt iets over de mogelijkheid van een ToM volgens Miklósi. Daarentegen beseffen katten niet dat een mens hen kan helpen bij het bereiken van (voor hen) onbereikbaar voedsel. De honden in het onderzoek begrepen dat veel beter. Wanneer zij niet bij het voedsel konden komen, gingen ze naast het voorwerp waar het voedsel in zat, zitten en keken de mensen aan. De onderzoekers interpreteerden dit gedrag als hulp vragen. De katten daarentegen keken niet op of om en gingen stug door met hun pogingen om bij het voedsel te komen.
Maar volgens Frans de Waal ‘is het indelen van dieren op basis van testen niet de juiste weg om te gaan’, zoals hij beschrijft in zijn boek ‘Zijn we slim genoeg om te begrijpen hoe slim dieren zijn’ (2019b). Er kunnen ecologische redenen zijn waarom een dier zichzelf niet herkent in een spiegel. Voor katten is oogcontact ‘met een andere kat’ meestal geen teken van een vreedzame ontspannen situatie. Daarnaast is een kat, vanuit zijn semi-solitaire natuur, minder geneigd om samenwerking te zoeken met een mens dan een groepsdier zoals een hond.

Kunnen mensen emoties bij een kat herkennen?

Zoals gezegd kunnen de meeste mensen de basisemoties goed herkennen in de gezichten van andere mensen (Ekman 1993) maar het is nog niet zo makkelijk om emoties te herkennen bij andere dieren. De expressie van emoties in gezichtsuitdrukkingen bij zoogdieren had waarschijnlijk in eerste instantie geen communicatief doel. De vergroting van de ogen bij angst had als doel het visuele veld te vergroten zodat mogelijke gevaren beter waargenomen konden worden. De gerimpelde mond en neus bij walging vermindert de inname van vieze en mogelijk gevaarlijke luchtdeeltjes. Maar toen deze expressies een positief effect kregen op de overleving van het individu en zijn groepsgenoten werden deze signalen mogelijk steeds belangrijker en duidelijker. Hiermee kregen uitdrukkingen van het gezicht een sociaal communicatief doel, vooral voor zoogdieren die in groepen leefden.

Maar een kat is een solitaire jager en niet afhankelijk van een groep voor zijn overleving. Het is daarom logisch te veronderstellen dat emoties minder goed zijn af te lezen aan het gezicht van een kat. Desondanks bevat de kop van een kat bevat vele spieren die kunnen leiden tot verschillende expressies (Caeiro 2013). Holden en collega’s (2014) toonden aan dat pijn zichtbaar is aan kleine veranderingen in het gezicht van de kat en aan de positie van de oren.

Hoe een kat zich voelt kan worden afgeleid aan de de oriëntatie van de kop, de stand van oren, snorharen en ogen én grootte van de pupillen De oriëntatie van de kop geeft vooral aan of een kat contact wil maken of liever onzichtbaar is (‘als ik jou niet zie, zie je mij ook niet’).

De emoties angst, boosheid en blijdschap zijn bij katten redelijk goed te herkennen in gedrag, lichaamshouding en oriëntatie en uitdrukking van de kop. Desondanks blijkt dat veel eigenaren het lastig vinden om deze emoties te herkennen op foto’s en video’s. In een zeer recent onderzoek van Dawson en collega’s (2019) werden 20 korte video clips getoond aan 6329 deelnemers uit 85 landen. In de helft van de video’s verkeerde de kat in een positieve situatie; in de andere helft in een negatieve. De deelnemers moesten aangeven of de kat zich prettig of onprettig voelde. Hele duidelijke signalen zoals een ‘platte pet’ (oortjes plat op de kop) of een open bek werden niet getoond in de video’s. Gemiddeld scoorden de deelnemers net boven kans niveau: twaalf van de twintig video’s werden correct beoordeeld. Vrouwen (74%) scoorden beter dan mannen; jongere deelnemers scoorden beter dan oudere en kattenprofessionals (25%) scoorden beter dan deelnemers zonder professionele ervaring met katten. Opvallend was katteneigenaren (80%) niet beter scoorden dan mensen die nooit met een kat hadden samen geleefd.

Ken je huisdier

Er zijn veel overeenkomsten in lichaamshouding en gedrag tussen dieren wanneer eenzelfde emotioneel systeem geactiveerd is, maar er zijn ook veel soortspecifieke verschillen. Een hond die met zijn staart zwaait is meestal enthousiast en blij maar een kat die met zijn staart zwaait is vrijwel altijd geïrriteerd. Aan dezelfde gedraging bij een andere diersoort kan dus een ander emotioneel systeem ten grondslag liggen. Wanneer er onterecht (complexe) emoties worden toegeschreven aan een dier kan dit leiden tot straf of andere nadelige gevolgen voor het dier. Het is daarom belangrijk dat eigenaren zich zo goed mogelijk (blijven) verdiepen in het soorteigen gedrag en de behoeften van hun huisdier. Daarnaast is het belangrijk dat eigenaren goed naar hun huisdier kijken en zo goed mogelijk proberen te weten te komen welk gedrag, houding en gezichtsuitdrukking samenhangt met welke onderliggende emotie. Maar aangezien emoties zich binnen het dier afspelen kunnen we nooit helemaal zeker weten hoe de kat zich voelt, ook al is dat zeer aannemelijk op basis van de overeenkomsten in de emotionele systemen in de hersenen van zoogdieren.

Esther Bouma, bioloog en kattengedragstherapeut

Referenties

  • Bekoff M. (2002). Minding animals: Awareness, emotions, and heart.
  • Boissy A, Manteuffel G, Jensen MB e.a (2007). Assessment of positive emotions in animals to improve their welfare. Physiology of Behavior 92, pag 375-379.
  • Caeiro CC, Waller AM, Burrows AM (2013). CatFACS: The Cat Facial Action Coding System Manual. Department of Psychology, University of Portsmouth, UK (van www,CatFACS.com).
  • Darwin CR. (1872). The Expression of the emotions in man and animals. http://darwin-online.org.uk/
  • Dawson LC, Cheal J, Niel L, Mason G (2019). Humans can identify cats’ affective states from subtle facial expressions. Animal Welfare 28, pag 519-531.
  • Ekman P, Friesen W. (1971) Constants across cultures in the face and emotion. Journal of Personality and Social Psychology 17, pag. 124–129.
  • Ekman P (1993). Facial expression and emotion. American Psychologist 48, pag. 384-392.
  • Holden E, Calvo, G, Collins M, Bell A, Reid J, Scott EM. (2014). Evaluation of facial expression in acute pain in cats. Journal of Small Animal Practice 55: 615-621.
  • Miklósi Á. Pongrácz P, Lakatos G en anderen (2005) A comparative study of the use of visual communicative signals in interactions between dogs (Canis familiaris) and humans and cats (Felis catus) and humans. Journal of Comparative Psychology, 119, pag. 179-186.
  • Panksepp J. (1982). Towards a general psychobiological theory of emotions. Behavioral and Brain Sciences 5, pag. 407-467.
  • Panksepp J. (2011). The basic emotional circuits of mammalian brains: Do animals have affective lives? Neuroscience and Biobehavioral Reviews 35, pag. 1791-1804.
  • Preston SD, Waal de FBM (2002). Empathy: Its ultimate and proximate cause. Behavioural and Brain Sciences 25, pag. 1-72.
  • Waal de FBM (2019a) Fish, mirrors, and a gradualist perspective on self-awareness. PLoS Biol 17, e3000112.
  • Waal de FBM. (2019b). Zijn we slim genoeg om te begrijpen hoe slim dieren zijn. Uitgever: Atlas Contact.