Kattenziekte is een zeer besmettelijke virale maagdarmziekte die ernstige diarree veroorzaakt en het immuunsysteem van de kat verzwakt. Hierdoor wordt de kat vatbaarder voor andere infecties. Het feline parvovirus (FPV), ook bekend als het feline panleukopenievirus, is de veroorzaker van deze ziekte. De naam “panleukopenie” verwijst naar de afname van witte bloedcellen die optreedt na infectie met dit virus. Kattenziekte was de eerste ziekte bij katten waarvan werd vastgesteld dat deze door een virus wordt veroorzaakt. Parvovirussen zijn bijzonder gevaarlijk omdat ze lange tijd (tot meerdere jaren) buiten het lichaam kunnen overleven en zeer resistent zijn tegen veel ontsmettingsmiddelen.

Infectie met het feline parvovirus vormt een van de grootste bedreigingen voor elk kattenopvangcentrum. Na infectie is het sterftecijfer hoog, vooral bij niet-gevaccineerde kittens.

Besmetting met het feline parvovirus

Het feline parvovirus verspreidt zich op twee manieren. Katten kunnen besmet raken door direct fecaal-oraal contact, waarbij de kat ontlasting van een andere kat binnenkrijgt via de bek. Dit kan gebeuren als de kat zich wast en er ontlasting van een geïnfecteerde kat op de vacht aanwezig is. Het virus kan ook indirect worden verspreid via besmette omgevingen of voorwerpen zoals voerbakken, kammen, kleedjes, vloeren, kleding en handen.

Katten die geïnfecteerd zijn met FPV kunnen het virus via hun ontlasting zeker zes weken uitscheiden, en mogelijk zelfs langer. Het virus kan ook door honden worden overgedragen. De ontlasting van besmette katten blijft maanden, of zelfs jaren, besmettelijk in de omgeving, vooral als het wordt beschermd door organisch materiaal zoals aarde of bladeren (Green & Addie, 2006).

Klinische ziektebeeld bij kattenziekte

Bij kittens van drie tot vier weken oud en bij volwassen katten kan het feline parvovirus na een incubatieperiode van vijf tot negen dagen ernstige gastro-enteritis veroorzaken. Zieke katten vertonen symptomen zoals braken en diarree met bloed. Veel katten overlijden snel na het optreden van deze symptomen. Het virus veroorzaakt aanzienlijke schade aan de darmwand en verspreidt zich via de bloedbaan naar het beenmerg en de lymfeklieren. De vermenigvuldiging van het virus op deze locaties leidt tot een sterke daling van de witte bloedcellen. Zieke katten en kittens hebben meestal koorts, zijn sloom en willen niet eten. Soms overlijden katten al voordat symptomen zoals braken en diarree zichtbaar worden.

Bij drachtige poezen kan het virus zich verspreiden naar de ongeboren kittens en de hersenontwikkeling verstoren. Kittens die vervolgens geboren worden, kunnen lijden aan cerebellaire hypoplasie, een aandoening waarbij de kleine hersenen (verantwoordelijk voor de fijne motoriek) onderontwikkeld zijn. Deze kittens lijken in eerste instantie normaal, maar zodra ze beginnen te bewegen en lopen, wordt duidelijk dat hun bewegingen zeer ongecoördineerd zijn. Deze aandoening kan ook ontstaan wanneer kittens op zeer jonge leeftijd (jonger dan vier weken) met FPV worden geïnfecteerd, omdat het cerebellum dan nog in ontwikkeling is.

Testen op aanwezigheid van het virus

Hoewel er geen specifieke sneltest voor kattenziekte beschikbaar is, kan de dierenarts gebruik maken van een antigeensneltest voor het honden parvovirus, die redelijk betrouwbaar is. De Universiteit Utrecht adviseert de qPCR-test als de meest betrouwbare en gevoelige test (UU, 2024).

Behandeling

Er is geen specifieke behandeling tegen kattenziekte beschikbaar. Het is daarom essentieel om alle katten die verdacht worden van kattenziekte in quarantaine te plaatsen vanwege de hoge besmettelijkheid van het virus. Bij contact met de zieke kat moet beschermende kleding worden gedragen en de handen moeten zorgvuldig worden gewassen na elke aanraking. Indien mogelijk worden één of twee personen aangewezen voor de zorg van de zieke kat, zodat zij verder geen andere katten aanraken.

Katten die besmet zijn, overlijden vaak door uitdroging en massale secundaire infecties. Daarom is intensieve ondersteuning met intraveneuze vochttherapie en breedspectrumantibiotica cruciaal. Ondanks deze behandeling overlijdt echter een groot deel van de katten. Anti-emetica kunnen worden gebruikt om het braken te stoppen. Zodra het braken stopt, is het belangrijk de kat kleine maaltijden te geven. Goede diergeneeskundige en ondersteunende verzorging is onmisbaar om katten, vooral jonge kittens, te helpen herstellen.

In sommige gevallen kunnen recombinant feline interferon omega of humane interferonproducten helpen bij de behandeling van ernstige gevallen. Interferonen zijn stoffen die het lichaam zelf aanmaakt en die een antiviraal effect kunnen hebben. Feline interferon heeft bewezen gunstig te zijn bij honden met een parvovirusinfectie, en kan mogelijk ook bij katten effectief zijn.

Preventie van kattenziekte

Kattenziekte voorkomen is beter dan behandelen. Er zijn zeer effectieve vaccins beschikbaar, en het is aan te raden alle katten en kittens te vaccineren, inclusief binnenkatten. ‘Levende’ (verzwakte) vaccins worden echter afgeraden voor katten die drachtig zijn of een verzwakt immuunsysteem hebben. Voor deze katten is een ‘dood’ (geïnactiveerd) vaccin een veiligere keuze.

Voor het onder controle houden van FPV is een combinatie van vaccinatie en goede hygiënemaatregelen nodig, zoals het gebruik van geschikte ontsmettingsmiddelen en het toepassen van quarantaine. Bij een uitbraak van kattenziekte in een kattenpopulatie is het belangrijk alle katten in de omgeving te vaccineren of hun immuniteit te controleren met een titerbepaling. Dit helpt om verdere verspreiding van het virus te voorkomen. Vanwege de resistentie en hoge besmettelijkheid van het virus is het daarnaast verstandig elke kat regelmatig te vaccineren of te titeren om uitbraken te voorkomen.

Sanne van Aerts, dierenarts gezelschapsdieren

Bronartikel

Rowe, L. (2019, 6 oktober). Feline infectious enteritis (Parvovirus, panleukopenia virus) | International Cat Care. International Cat Care. https://icatcare.org/advice/feline-infectious-enteritis-parvovirus-panleukopenia-virus/

Referenties

Greene, C, Addie, D: Feline parvovirus infections. In Greene, C (Ed.): Infectious diseases of the dog and cat. ed 3, 2006, Saunders Elsevier, St Louis, 78

Uitbraak kattenziekte: waarschuw eigenaren en registreer met PETscan. (2024, 1 juli). Universiteit Utrecht. https://www.uu.nl/nieuws/uitbraak-kattenziekte-waarschuw-eigenaren-en-registreer-met-petscan